MALTE WOYDT

HOME:    PRIVATHOME:    LESE- UND NOTIZBUCH

ANGE
BOTE
BEL
GIEN
ÜBER
MICH
FRA
GEN
LESE
BUCH
GALE
RIE
PAM
PHLETE
SCHAER
BEEK
GENEA
LOGIE

Machocultuur

“Daar liepen we dan, honderden leerlingen van Antwerpens monsterschool, allemaal blank en tegen racisme, scanderend van “Vlaams Blok, rot op!” en “Nie wieder Faschismus!” Gezellig. In de buurt liepen Marokkaanse jongeren van onze leeftijd. Het was de eerste keer dat ik ze van zo dichtbij zag.

Nou, dat was schrikken. Energiek dat ze waren! Ze renden door de rangen von de betoging en deden aan schaduwboksen, nepworstelen en schijnkarate. En ze liepen in zulke grote groepen! Ik had een of twee vrienden bij me, met wie ik rustig praatte en af en toe slogans riep. Zij waren met zijn twintigen, dertigen tegelijk, allemaal jongens (waar waren de meisjes?), en het leek alsof ze elk moment echt konden gaan vechten.

Wij waren blanke jongen uit de middenklasse. Wij hadden ouders die opgegroeid waren in de jaren zestig. Wij hadden niet geleerd om te gaan met die cultuur van mannelijkheid, fysieke kracht en opzichtige seksualiteit. Wij hadden geleerd dat mannelijkheid iets was waar je zeer mondjesmaat mee omsprong, iets dat leidde tot oorlog, moord en verkrachting. Onbewust minachten we het luidruchtige van de Marokkanen, hun brallerige haantjesgedrag.

Ik had het echt moeilijk, die dag. Ik was zestien en voorzitter van het zelf opgerichte Anti-Macho-Comité. Ik was schrijver van de brochure “De Macho. Herkenen en Ontwijken”. Ik had ze gekopieerd in vijftig exemplaren en op school uitgedeeld. (Oké, ik was raar.) En hier liep ik, op een betoging ter verdediging van macho’s!”

aus: Tom Naegels: Los. Antwerpen/Amsterdam: Meulenhoff/Manteau, 2005, S.78/79

04/10

19/12/2010 (12:03) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Hóófdstad

Omzo langer ik in dit land, in deze stad, leef, omzo raadselachtiger wordt mij, wat het woord “hoofdstad”, vaker nog “hóófdstad” zou mogen betekenen? Het heeft zeker niet dezelfde betekenis als het duitse “Hauptstadt” of het franse “capitale”.

Men heeft me vaker al de opmerking gemaakt, dat het toch raar was, dat men in zijn “eigen hóófdstad” door een buitenlander (ik dus) rondgeleid moest worden. En van alle kanten hoort men dat iets schandalig zou zijn omdat het in “ónze hóófdstad!” gebeurd …

Ik ben in West-Duitsland opgegroeid, we vonden het best grappig, vanuit de trein bij het doorreizen bij een van de haltes ergens achter Keulen plots op de borden te kunnen lezen “Bonn – Bundeshauptstadt”. Men noemde Bonn daarom ook “Bundesdorf”, bondsdorp. In de Bondsrepubliek was niemand bang van de “Hauptstadt”, niemand vond Bonn belangrijk genoeg om erover natedenken. Het was even de plek waar Adenauer na zijn diensturen niet te lang moest rijden, om naar zijn rozentuin aan de overkant van de Rijn te geraken (daarom was het als Hauptstadt gekozen worden). Niemand zou ook een seconde eraan gedacht hebben, te willen meebeslissen, wat in de stad Bonn gebeurt. De arme Bonnaars leden al genoeg onder al dat getoeter van de staatsbezoekskaravanes, daar moeten we niet nog meepraten.

Ik weet wel niet helemaal hoe het vandaag ermee zit in Duitsland. De nieuwe “Bundeshauptstadt Berlin” was nog te jong als ik emigreerde. Maar wat me wel opvalt is, dat Berlijn vandaag een grote aantrekkingskracht uitoefend op hoogopgeleide of artistiek bezige mensen: Uit mijn kennissenkring zijn er veel die vroeger of later in Berlijn belanden. Men is nieuwsgierig op Berlijn. Het lijkt spannend én goedkoop leven in Berlijn. De Berlijnaars creëren een interessante sfeer, daar wil men meedoen. Om er daar mee te doen, moet men natuurlijk naartoe verhuizen – wat ook anders?

“La capitale” staat voor Fransen, in zoverre ze niet zelf in Parijs wonen, voor de arrogantie van de macht. Alles wat de Parijse elites in werk stellen om “la province” weer eens te tonen, dat ze niks waard is. Fransen vresen “la capitale” en haar beslissingen, maar nooit heb ik van Fransen gehoord dat men het moest omdraaien, dus “la province” moest kunnen beslissen wat “la capitale” moet gaan doen. Walen lijken me overigens dezelfde kijk op Brussel te hebben, die de Fransen op Parijs hebben, Zweden kijken zo naar Stockholm, Grieken naar Athene enz..

Dus, waarom menen Vlamingen nu dat omdat Brussel hoofdstad is, dat het daarom “hún hóófdstad” moest zijn, dat ze daarom kunnen beslissen wat er gebeurt?

De tweetaligheid van Brussel wordt bijvoorbeeld niet gezien als een recht van de nederlandstalige Brusselaars, maar als uitkomst van het “hóófdstad zijn”. Het zou wel sympathiek zijn, zoude een Gentenaar die zich bemoeit met de tweetaligheid van Brussel, solidarisch willen zijn, bijvoorbeeld met een nederlandstalige Ukkelaar die er problemen heeft op het gemeentehuis, maar nee, de Gentenaar is helemaal niet bekommerd om die Ukkelaar, hij is enkel bekommerd om het principe van “zijn hóófdstad”.

Ik kijk rond in Europa en zoek naar voorbeelden, waar men een gelijkaardig rare idee van “hóófdstad” mocht hebben. Misschien zien de Polen Krakau zo, de mythische hoofdstad van het oude Polen? Buiten Europa vind ik er wel eentje, en dan zijn er zelfs nog twee groepen, die de stad als haar eigendom aanzien: Jerusalem. Maar voor de rest?

Vlamingen lijken Brussel als hún eigendom te zien: hún hóófdstad, hún eigendom, daarom moet het onder kuratel van buiten.

Net buiten Brussel is er overigens een museum dat helemaal in zo’n sfeer baadt: Het is óns eigendom, wij doen ermee wat wij willen, zie hier wat wij rijk zijn omdat we zo’n mooi ding ons eigendom kunnen noemen: net bij de terminus van tramlijn 44 – mooi museum, mooie ideeën, een bezoek waard!

op 31 mei 2010 gepost op brusselblogt

05/10

31/05/2010 (12:47) Schlagworte: NL,Notizbuch ::

Seizoenen

Maar wie in gods naam heeft NU behoefte aan de “lente-collectie”? Ik heb gisteren geprobeert in Helmet de kapotte winterhandschoenen van mijn dochter te vervangen – onmogelijk! Maar, mijnheer, dat is seizoenswaar!

Precies daarom wil ik ze ja ook nu kopen, maar de handel hanteert heel rare ideen van “seizoenen”… Iedere zomer gaan in juli/augustus mijn sandalen kapot, ik wil ze vervangen en krijg te horen “maar dat is seizoenswaar!”

Zegt, weten jullie winkels waar men seizoenswaar kan vinden binnen de seizoen voor die ze bestemd zijn, niet enkel drie maanden ervoor?

geschrieben am 6.1.10 bei www.brusselblogt.be als Reaktion auf einen Artikel, der die Anwesenheit der neuen Frühjahrskollektion beim Winterschlußverkauf bemerkte…

01/10

10/01/2010 (1:39) Schlagworte: NL,Notizbuch ::

Gentrificatie

Gentrificatie gebeurt meestal in twee golven: de eerste golf zijn de mensen die ontdekken, opknappen, hip maken en de tweede golf zijn de mensen die binnen een hip geworden wijk opkopen.

De ideale stad zou een stad zijn, waar die twee groepen om de 15 tot 20 jaar verder trekken en nieuwe wijken opknappen, zodat aan het einde alle wijken van een stad binnen de 100 jaar of zo eens hip en gerenoveerd gewest zouden zijn. Jammer genoeg zijn er wijken, waar de gentrificatie nooit langskomt.

Brussel kan de binnenstroom eigenlijk aan, er staan enkel te veel appartementen en huizen leeg.

mijn bijdrage tot een discussie op brusselblogt, 25.8.2009

@Thijs, “Het aantal sociale huurappartementen is gigantisch”. Sorry, maar enkel in twee belgische steden hebben sociale woningen een aandeel van 20 tot 30 percent van de woningsmarkt, wat in Nederlandse, Franse en Duitse steden normaal is – Luik en Charleroi. De 8% sociale woningen in Brussel zijn verre van “gigantisch”, en als je erbij neemt, dat zeker de helft ervan in Nederland of Duitsland als onbewoonbaar zou verklaard worden, ronduit belachelijk.

Ik zie eigenlijk enkel twee oplossingen: Het systeem van publieke sociale agentschappen sterk uitbreiden, die privé-eigenaars van wenige leegstaande appartementen bevrijden van het risico huurders te krijgen die hun huur niet kunnen betalen enzv.; én publieke infrastructuur voor kinderen en families uitbouwen die familieleven ook zonder eigen tuin aangenaam maken.

twede bijdrage tot de discussie, 1.9.2009

01/09/2009 (10:04) Schlagworte: NL,Notizbuch ::

China 1

(DE)

“De baas van de businessschool van Shanghai zei me ooit: vergeet niet dat 250 jaar geleden China het centrum van de wereld was. Voor wie ook om het even waar ter wereld aankwam, er lagen altijd al eerst Chinese schepen. Toen hebben ze de deur dichtgedaan. De keizer maakte er een gesloten land van. Nu is China terug in de wereld. En toen zei hij: wel, die tweehonderd jaar dat we eruit waren, dat is net de duur van de geschiedenis van de Verenigte Staten.”

aus: Alvin Toffler, im Interview mit De Morgen, 7.3.9

Abb.: Julie Zuh: Harmony, gallery1819, im Internet.

03/09

09/03/2009 (21:23) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Italiaanse keuken

“… de hedendaagse Italiaan [zou] zijn eigen middeleeuwse keuken nauwelijks herkennen. Alle recepturen uit die tijd getuigen immers van een behoorlijk gigantisch gebruik van exotische kruiden. … Kruiden waren … een uitdrukking van rijkdom en sociale status. En hoe exotischer, hoe beter. Kardemom, koriander, saffraan, nootmuskaat, rode, witte en zwarte pepers, kurkuma, galanga- en gemberwortel hadden geen geheimen voor de middeleeuwse kok en de smaak van zijn bereidingen zal vandaag beter benaderd worden door de afhaalindier dan door de pizzeria. Als ze er al pasta bij aten, dan schreven de kookboeken voor dat die minstens één tot twee uren lang gekookt moest worden. Ook al dente is duidelijk een begrip van onze tijd. …”

“Pas in de achttiende eeuw zal pasta als volksvoedsel doorbreken. … Pas een kleine eeuw later komt de pizza erbij. … Pizza [had] destijds de reputatie van een broodje cholera. Geen enkel lid van de gegoede klasse … zou het aangeraakt hebben.”

“Jaloezie, boosheid en ambitie … [dreef de Italiaanse emigranten in Amerika] ertoe … zo snel mogelijk hun nieuw verworven inkomen te besteden aan datgene wat ze zich in hun thuisland nooit hadden kunnen veroorloven: de betere Italiaanse producten. …”

“Pas vanaf … [de late jaren vijftig] kwam … de urbanisatie van de eetcultuur op het [Italiaanse] platteland van de grond en werd voor het eerst in de geschiedenis de polenta van het basismenu geschrapt …”

aus: Yves Desmet: De mythes van de Italiaanse eetcultuur, über das Buch: John Dickie: Delizia!, de geschiedenis van de Italianen en hun keuken, De Morgen, 4.6.8.

09/08

29/09/2008 (14:18) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Geloofwaardigheid

“‘Vroeger kregen we al ons nieuws van een paar selecte media. In de VS waren er maar drie nationale televisienetwerken en las je maar één krant. Nu zijn er miljoenen websites, duizenden radiostations en honderden televisiezenders. Uit dat media-aanbod kiezen we onze feiten gebaseerd op onze eigen overtuiging. We hebben de objectieve werkelijkheid verloren en zijn terechtgekomen in een postmoderne wereld war we allemaal onze eigen realiteit bij elkaar plakken uit de stortvloed van informatie.’ …

[De VS zijn] … de grootste mediamarkt ter wereld en het is de laatste jaren ook steeds meer politiek gepolariseerd geraakt. De scheidslijn tussen progressief en conservatief, Democraat en Republikein, is er sinds de Clintonjaren steeds verhard.

Ideologisch gekleurde media zijn er steeds gewest, maaar nieuw is dat beide blokken met de opkomst van de nieuwe media steeds meer geisoleerd zijn geraakt van elkaar …

Verschillende groepen hebben niet meer alleen hun eigen mening over de realiteit, maar steeds meer ook hun eigen realiteit an sich. Objectieve feiten doen er steeds minder toe. …

‘Een van de problemen is net dat er geen mainstream meer bestáát. The New York Times heeft een oplage van iets meer dan een miljoen en [een?] miljoen onlinelezers. Dat klinkt als een boel, maar vergeleken bij de 300 miljoen mensen in het land is dat niets. De journals van ABC, CBS en NBC – de grote Amerikaanse zenders dus – trekken elk zes à zeven miljoen kijkers. De talkshow van Bill O’reilly op Fox News heet populair, maar toch heeft hij maar twee miljoen kijkers. Dat zijn geen media die iedereen gebruikt en vertrouwt.’

Terwijl de oude huizen van vertrouwen afkalfden, zijn er steeds meer nichemedia opgedoken die elk hun eigen mikropubliek bedienen. …

Voor de democratie is het nieuwe medialandschap ondertussen geen zegen, stelt Manjoo, ‘We krijgen steeds meer problemen om beleid te formuleren. De VS hebben geen noemenswaardig klimaatbeleid omdat een groot aantal mensen simpelweg weigeren om de feiten te geloven. Als we niet eens kunnen overeenkomen over wat de realiteit is, wordt het heel moeilijk om doeltreffend aan politiek te doen.'”

aus: Farhad Manjoo in interview met Tom Vandyck, De Morgen, 9.5.2008.

05/08

10/05/2008 (23:16) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Kritiek

“Een wijdverbreid misverstand bestaat erin ‘kritiek’ te definiëren als ‘niet akkoord zijn’ met iets. … Wanneer men aankondigt dat men ‘kritische stemmen over X zal laten horen’ betekent dit dat men mensen aan het woord zal laten die zich tegen X hebben gekeerd. Dat misverstand heeft duidelijk heel nadelige effecten. Ten eerste: de representatie van ‘kritiek’, bijvoorbeeld in de media, is vrijwel altijd polariserend en oppositioneel: A zegt wit, en B zegt zwart, want B is kritisch. ‘Kritisch’ betekent dan ook nogal snel ‘radicaal’ en destructief. Daaruit destilleert men dan, ten tweede, een legitimiteitskwestie: kritiek is niet constructief, dus niet legitiem, tenzij je een alternatief zou hebben. ‘Kritiek geven in makkelijk!’ is een van de dooddoeners bij onze politici, en het is een dooddoener die veel kritische mensen het zwijgen oplegt. Hetzelfde misverstand leidt ertoe dat politici in de oppositie denken dat ze over alles met de meerderheid van mening moeten verschillen, en dus ook voor alles een alternatief moeten bieden. De gevolgen daarvan zijn vaak pathetisch, want men moet zich het hoofd breken over de eigen kritiek en vaak minuscule amendementen als revolutionaire alternatieven voorstellen.

Kritiek is hoegenaamd niet makkelijk; ze is immers niet noodzakelijk afwijzend of destructief. Kritiek bestaat erin dat men zaken analyseert met behulp van de beschikbare kennis, inzichten en technieken. … Een kritische burger is niet iemand die constant ‘Nee!’ loopt te brullen, wel iemand die weinig zaken zomaar aanvaardt en alles eerst even ondersteboven en binnenstebuiten keert vooraleer erop te reageren. …

Kritiek is, paradoxaal misschien, een uiting van utopische hoop. Men bekritiseert omdat men gelooft dat verbetering nodig en mogelijk is, en men heeft een soort ideaalbeeld waaraan de realiteit gemeten (en dus bekritiseerd) kan worden. Dat is het positieve en productieve aspect van kritiek … : kritiek betekent dat mensen zich engageren, zich bemoeien met de samenleving, aan politiek doen zonder dat ze noodzakelijk als ‘politicus’ geregistreerd moeten zijn…”

uit: Jan Blommaert: De crisis van de democratie. Berchem: EPO 2007, p.233-244.

04/08

14/04/2008 (23:24) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Propaganda

“De steun van de publieke opinie behouden is cruciaal in oorlogstijd. De politiek verantwoordelijken tijdens de Navo-tussenkomst in de Kosovo-crisis in 1999 waren zich daarvan terdege bewust. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat de Navo optrad in een gewapend conflict. …

Toenmalig Navo-woordvoerder Shea … was in het begin van de crisis geneigd de eufemistische retoriek [van de politici] over te nemen. tijdens het conflict leerde hij omgaan met de realiteit. …

Shea: ‘De media willen beelden, meer dan ooit. De Navo had alleen mar de kille en bloedloze videobeelden uit de cockpit. … De publieke opinie was opgetogen, dit was een virtuele oorlog. De echte oorlog bestaat niet meer, er is alleen nog precisieoorlog. Die lijkt op de videospelletjes van onze kinderen …

Maar op 14 april 1999 ontdekten journalisten de beelden van de Servische televisie over het incident met de tractor van Djakovica. Een flater van de Navo. Een schok voor het publiek. En ook voor ons. … We hadden de feiten geminimaliseerd, nog voor we ze zelf echt kenden. … We dachten dat een eenvoudige ontkenning zou volstaan om de media te doen zwijgen. Alsof de media ons zomaar op ons woord zouden geloven.’ …

Het zag er even naar uit dat Milosevic de mediaoorlog aan het winnen was. Voor snelle informatie en interessante beelden waren de westerse journalisten afhankelijk van het vijandelijke kamp, zo moesten de regeringsleiders in London en Washington vaststellen. …

In april kwam Engelands spin doctor nummer één, … Alistair Cmpbell met de Eurostar in Brussel aan. De Britse premier Tony Blair stelde zijn pr-hulpje na overleg met Bill Clinton ter beschikking …Campbell leerde de persdienst van de Navo naar eigen zeggen een paar essentiële handigheden uit zijn arsenaal middelen om de pers te bedwingen. … Zorg ervoor dat je zelf bepaald wat nieuws is. Dis de persmeute elke dagen nieuw verhaal op. Een waar verhaal natuurlijk. Er zijn zoveel ware verhalen mogelijk: het is beter als je zelf suggesties kunt doen. Je laat zoiets niet aan de vijand over. … Elke dag organiseerde de persdienst activiteiten om de mediaruimte te vullen. … Er kwam een eerste ontmoeting met de pers vanaf negen uur ‘s morgens. ‘Je moet de journalisten bezighouden, als ze zich vervelen, gaan ze zelf informatie en andere bronnen zoeken, en wie weet waar ze dan terechtkomen,’ zegt Shea. … ‘We leverden voortaan zelf het slechte nieuws aan de pers. Toen een flatgebouw vlakbij de Servische grens geraakt werd, heeft dat incident veel minder aandacht gekregen dan de tractor van Jakovica. Er werden zelfs geen vragen gesteld op de persconferentie.’ …

[Shea:] ‘De middelen die de journalisten hebben om de zaak te coveren zijn honderd maal rijker dan uw middelen om ze uit te leggen. Ik stond tijdens de hele Kosovo-crisis versteld van de krachtverhouding: wij waren met vijf op de persdienst en we stonden voor honderden goed geïnformeerde journalisten.'”

aus: Michèle van der Plaetsen: De influisteraars. De macht van de spin doctors. Leuven: Van Halewijn 2002, p. 223-233.

12/07

18/12/2007 (1:09) Schlagworte: Lesebuch,NL ::

Moderniteit

[Menig begripsverwarring over ‘moderniteit’] “zou er niet zijn wanneer het begrip moderniteit zou worden bekeken als een grote cultuurperiode, waarin zowel het technologisch-wetenschappelijke als het ideologisch-culturele aspect samen worden beschouwd in hun gezamenlijke bijdrage tot de culturele paradigmashift die men moderniteit heeft genoemd. Dat is bijvoorbeeld het geval voor de Europese moderniteit, waardoor er sprake is van het ontstaan van een opening op de mogelijkheid van een nieuwe visie op wereld, mens en samenleving. Die opening naar wat men de vooruitgangsideologie is gaan noemen, ontstond in Europa langzamerhand vanaf het einde van de achttiende en in de loop van de negentiende eeuw.

De Europese cultuur die daaraan voorafging, was niet modern. Men kan ze ‘voormodern’ noemen of ‘premodern’, niet enkel in technologisch opzicht maar vooral in ideologische betekenis. De Europese premoderniteit werd, net zoals overigens bij vele andere niet-Europese culturen, in grote lijnen gekenmerkt door wat we een waarheidsideologie zouden kunnen noemen. Die ‘ware’ staatsideologie steunde op een religieuze, in het geval van Europa, christelijke, ideologie. Aan de waarheid van de religieuze morele basis werd niet getwijfeld. Vormen van kritiek liet de christelijke geloofsleer ook niet toe en wie belangrijke christelijke geloofspunten in twijfel trok, kon als afvallige beschouwd en terechtgesteld worden. De herinneringen aan Franco, Hitler of Mussolini, totalitaire ideologieën die nochtans binnen de Europese moderniteit voorkwamen, zou men het best niet als modern beschouwen, maar als fenomenen van regressie.

Het moderniteitsbegrip kan het best omschreven worden in het perspectief van de individuele vrijheid. Het begrip premoderniteit gaat daarentegen uit van een dominante prescriptieve collectieve context om tot zingeving en betekenis te komen. In de westerse cultuur lopen premoderne en moderne aspecten door elkaar. Vooral in de Amerikaanse samenleving is nog sterk door premoderne artefacten doordrongen, die de visie op mens en wereld problematiseren. In een land waar ‘in God we trust’ op de bankbiljetten staat, beweerd een meerderheid van de inwoners de evolutietheorie van Darwin te verwerpen voor het scheppingsverhaal en nog in het bestaan van geesten te geloven. Tegelijk staat die gespleten maar hoogtechnologische (pre)moderne samenleving aan de top van het wetenschappelijke onderzoek. Dat voorbeeld toont aan dat technologische moderniteit en ideologische moderniteit niet noodzakelijk samengaan, maar dat technologische hoogstandjes premoderne (sub)culturen kunnen ondersteunen en zelfs versterken. Ook in de joodse cultuur schakelt men domotica in om de sabbat volgens de regels te volgen en in de Saoedische samenleving heeft hi-tech evenmin invloed op de zuiverheid van de leer.

Zowel voor orthodox christelijke, joodse en islamculturen is het daarom problematisch en niet correct om ze te kwalificeren als modern. Voor zover ze immers afvalligheid van de leer niet toelaten, zolang te oproepen tot letterlijke toepassing van de voorschriften, zijn ze premodern. Zolang er aparte mannen- en vrouwenwerelden in stand worden gehouden (ook dat geldt voor de drie machtsgodsdiensten), zolang partners elkaar toestemming moeten geven voor persoonlijke zaken, zolang de collectieve cultuur meent zich te kunnen bemoeien met privémateries, is er geen sprake van ideologische moderniteit.

Vreemd om … te vernemen dat de fundamentalistische restauratie van vandaag ‘een uitermate modern fenomeen …’ [zou zijn]. Wellicht bedoelen al die mensen dat het ‘een uitermate actueel fenomeen is’. [Enkel] dat laatste is juist …”

aus: Piet Vanrobaeys, lezersbrief aan De Morgen, 3.11.2007, p.19

Abb.: Mehdi-Georges Lahlou: Cocktail ou autoportrait en société (2007-2016), im Internet.

11/07

05/11/2007 (0:44) Schlagworte: Lesebuch,NL ::
« Previous PageNext Page »