Groot-Brittannië 3
“Gelijke delen zelfdestructie en zelfspot.”
aus: Lia van Bekhoven: In Groot-Brittannië is alles ingestort. Interview durch Tom Pardoen, De Morgen, 30.4.22.
04/22
MALTE WOYDT |
HOME:
PRIVATHOME:
LESE- UND NOTIZBUCH |
|
“Gelijke delen zelfdestructie en zelfspot.”
aus: Lia van Bekhoven: In Groot-Brittannië is alles ingestort. Interview durch Tom Pardoen, De Morgen, 30.4.22.
04/22
“woke … is een kanskaart, die sommige mensen, vooral mannen, te pas en te onpas willen trekken om vrouwenhaat en vreemdelingenhaat en haat tout court te kunnen blijven verspreiden, zonder dat ze daarop aangesproken hoeven te worden. Je zag het ook toen Vooruit-voorzitter Conner Rousseau afgelopen week kritiek kreeg over zijn stelling dat hij zich ‘niet in België’ voelt wanneer hij in Molenbeek rijdt. ‘We zijn niet woke’, wimpelde zijn woordvoerder alle kritiek af. Net zoals zeggen dat je vrouwen niet moet verkrachten is dus ook zeggen dat ook de inwoners van Molenbeek erbij horen blijkbaar woke.”
aus: Bert Eeckhout: De kanskaart van Derksem. De Morgen, 30.4.22.
04/22
“Ironisch genoeg heeft het tijdperk van de vrije markt geleid tot de succesvolste afscheidingsstrijd die ooit in India gevoerd is – de afscheiding van de middenklasse en bovenlaag van de bevolking naar een eigen land, ergens hoog in de stratosfeer, waar ze opgaan in de elite van de rest van de wereld. Dit koninkrijk in de lucht is een universum op zich en is hermetisch afgesloten van de rest van India. Het heeft zijn eigen kranten, films, televisieprogramma’s, moraliteiten, transportsystemen, winkelcentra en intellectuelen. …
Maar er is één probleem: lebensraum. Een koninkrijk heeft lebensraum nodig. Waar vindt dit koninkrijk in de lucht zijn lebensraum? De burgers kijken naar beneden, naar het oude land. Ze zien adivasi’s wonen op de bauxietbergen van Orissa, op het ijzererts in Jharkand en Chhattisgarh. Ze zien in Nandigram mensen (moslims en dalits) wonen op toplocaties waar eigenlijk chemische fabrieken zouden moeten staan. … Ze denken: dat is ons bauxiet, ons ijzererts, ons uranium. Wat doen die mensen op ons land? Wat doet ons water in hun rivieren? Wat doet ons hout aan hun bomen?
… Wanneer de burgers van het koninkrijk in de lucht hun blik over het land laten gaan, zien ze overbodige mensen die op kostbare bronnen wonen. De nazi’s hadden een benaming voor ze: überzählige Esser, overtollige eters. …
Historisch gezien is efficiëntste vorm van genocide: mensen uit hun huis halen, ze bijeendrijven en water en voedsel ontzeggen … Mogelijk op China na heeft India nu de grootste populatie ontheemden ter wereld. Alleen al door de aanleg van dammen zijn meer dan dertig miljoen mensen verdreven. …
Het kunstmatige universum … vertelt ons dat de rijken geen keuze hebben (er is geen alternatief) maar de armen wel. Die kunnen ervoor kiezen om rijk te worden. Doen ze dat niet, dan verkiezen ze pessimisme boven optimisme, aarzeling boven zelfvertrouwen, gebrek boven hoop. Met andere woorden: ze kiezen ervoor om arm te zijn. Het is hun eigen schuld. Ze zijn zwak. (En we weten hoe zoekers naar lebensraum over zwakken denken.) Ze zijn ‘de spoken uit het verleden die mensen gevangenhouden’. Ze zijn nu al spoken. …
Misschien vragen deze miljoenen mensen ‘spoken uit het verleden’ zich af welk advies Gandhi zou gegeven hebben … Misschien vragen ze zich af of ze in hongerstaking kunnen gaan, hoewel ze al bijna omkomen van de honger. Of ze buitenlandse goederen kunnen boycotten, hoewel ze geen geld hebben om die goederen te kopen. Of ze kunnen weigeren om belasting te betalen, hoewel ze geen inkomsten hebben.
Mensen die de wapens hebben opgenomen weten heel goed wat de gevolgen van een dergelijke beslissing zijn. … Honderdduizenden hebben het vertrouwen in de instituten van de Indiase democratie opgezegd. Grote delen van het land hebben zich onttrokken aan het gezag van de regering. (Bij de laatste telling naar verluidt vijfentwintig procent.) De strijd stinkt naar dood en verderf. … Mensen geloven dat wanneer er gedreigd wordt met vernietiging, ze recht hebben om terug te vechten. Met alle mogelijke middelen. …”
aus: Arundhati Roy: redevoering, gehouden op 18 januari 2008 in Istanboel, een jaar na de moord op Hrant Dink, redacteur van de Turks-Armeense krant Argos. Veröffentlicht in Outlook (India), 4.2.8. Hier in: dies.: Luisteren naar Sprinkhanen, aantekeningen over democratie. Amsterdam: De bezige bij, 2010, S.183-191
Abb.: Amol K Patil, Sweep Walking, 2015, installation detail. Collection Stedelijk Museum Amsterdam, im Internet.
07/21
“Empiristen dachten … dat kennis van buiten kwam, door de ervaringen. Maar dan is het probleem dat we nooit algemeen geldige uitspraken zouden kunnen doen. Het beroemde biljartballenvoorbeeld van Hume illustreert dit: ik zie biljartbal A naar biljartbal B rollen, en daarna rolt bal B weg. Maar ik kan niet concluderen dat de botsing van A het rollen van B veroorzaakt. Veroorzaking zit niet in de ervaring.
Kant beantwoordt de vraag ‘hoe is kennis mogelijk’ door het hele idee om te draaien. Net als Copernicus, die stelde dat niet de zon om de aarde, maar de aarde om de zon draait. Zo zei Kant: we richten ons verstand niet naar de werkelijkheid, de werkelijkheid richt zich naar ons verstand. Daarmee bedoelt hij dat wij een bepaalde structuur opleggen aan de werkelijkheid, die er dus niet als zodanig, in zichzelf in zit. Die structuur maakt deel uit van ons kenapparaat. Wij kunnen de werkelijkheid niet anders zien dan gestructureerd door oorzaak en gevolg. Of gestructureerd in ruimte en tijd. Ruimte en tijd zitten niet daarbuiten, maar hierbinnen, en alle dingen die wij waarnemen hebben die structuur. Dat stelt ons in staat om algemeen geldige uitspraken te doen, tussen ons mensen, want we hebben allemaal de rede en ervaren daardoor op dezelfde manier. Hiermee doorbrak Kant de patstelling waarin het denken over kennis was geraakt.’
aus: Toske Andreoli: De vijf beste ideeën van Immanuel Kant volgens Thomas Nys. De Groene Amsterdammer, 24 nov 2014, im Internet.
01/21
“De wet van Gödel zegt: wiskundig kun je aantonen dat een formeel systeem met axioma’s en wetten zichzelf nooit kan bewijzen, omdat elke wetenschappelijke theorie een andere theorie nodig heeft om zichzelf te bewijzen, tot in het oneindige. … Er zitten altijd fouten en paradoxen in ons denken en in onze logica, want de systemen die we hanteren om te redeneren zijn finaal onbewijsbaar en dus kunnen we nooit greep krijgen op de hele waarheid. … De mens, kortom, zit gevangen in de manier waarop hij de realiteit probeert te begrijpen. …
Hofstadter hielp me inzien dat de grote levensvragen ooit definitief beantwoord kunnen worden en dat een wetenschappelijke benadering van de wereld een weliswaar interessante en essentiële, maar altijd onvolledige manier zal zijn om de werkelijkheid te beschrijven.”
aus: Petra De Sutter / Elke Lahousse: [Over]leven. Antwerpen: Manteau 2016, S.112.
10/20
“De roem van influencers heeft iets van een tautologie: ze zijn beroemd omdat ze beroemd zijn. Dat is het wel zo’n beetje. En omdat ze beroemd zijn worden ze nog beroemder. En voor je het weet sleep je een staart met een miljoen volgers achter je aan. En dat schept verantwoordelijkheden: je bent nu een beïnvloeder en moet iets gaan vinden van het klimaat, de vluchtelingen en natuurlijk corona. …
In de draaikolk van de sociale media neemt niemand tijd. De regel van tienduizend uur is in deze wereld niet doorgedrongen. Dat wordt gezien als de tijd die je minimaal nodig hebt om iets onder de knie te krijgen: het maken van een tafel, muziek componeren, polsstokhoogspringen, het behandelen van een patiënt of kleding ontwerpen. …
Het is geen nieuws: op de sociale media hoef je niet veel te kunnen om iemand te zijn. Het is een schijnwereld. … Toch is de domheid van onze influencers niet zonder risico. Sterker nog: in coronatijd kan het een dodelijke domheid zijn. Als er niets aan de hand was zou je deze uitbraak van ijdele onzin negeren. Maar er is wel wat aan de hand: het virus grijpt door jongeren om zich heen.”
aus: Paul Scheffer: De dodelijke domheid van onze influencers. NRC.nl, im Internet.
09/20
“Het was niet te ontkennen, ik was tegen Hitler – van het begin af, zonder enig voorbehoud van psychologisch–pacifistische of duivels-paradoxale aard. … Dat is in elk geval iets, een argument dat ik wel kan aanvoeren voor mijn moreel instinct en mijn politiek beoordelingsvermogen. Maar genoeg is het niet.
Ja, misschien is het zelfs zo gesteld, dat dit volledige gebrek aan contact met de nazimentaliteit het mij aanvankelijk moeilijk of onmogelijk maakte, diezelfde mentaliteit met enig effect te bestrijden. … Je bestrijdt niet – in elk geval niet met totale inzet – wat je volstrekt veracht. Heeft het nut, overduidelijke onzin en schreeuwerige waanzin logisch te wille weerleggen? Je beperkt je tot een misprijzend schouderophalen.
Die nazi’s – ik begreep ze niet. Hun kranten … hadden evengoed in het Chinees kunnen verschijnen: ik snapte er geen woord van. … misschien kon je alleen worden ingewijd in de geheimen van de naziziel en van het nazi-jargon, als je het verstand in jezelf had overwonnen, er voorgoed afstand van had gedaan? …
Mij was het bang te moede, maar niet bang genoeg – juist omdat ik niet wilde begrijpen, dat de meerderheid van mijn medeburgers … allang … het hinderlijke verstand in zichzelf had gedood. Zoiets blijft men zo lang mogelijk als iets onmogelijks zien. … Ik kon mij absoluut niet voorstellen, dat de Duitsers Hitler in alle ernst konden zien als een groot man, zelfs als de messias.
Die man groot? Je hoefde hem toch alleen maar te zien! … Ik had herhaalde malen de gelegenheid, dat gezicht te bestuderen. Eenmaal van heel dicht bij, ongeveer een halfuur lang. Dat was in 1932, ongeveer een half jaar voor de ‘Machtergreifung’. [In] de Carlton-theesalon in München … Daar zat hij … en liet zich zijn aardbeiengebakje smaken. Ik naam plaats aan het tafeltje ernaast, nauwelijks een meter van hem af. Hij smulde nog een aardbeiengebakje met slaagroom op …en nog een derde – als het niet al het vierde was. Ik eet zelf heel graag zoete dingen; maar de aanblik van zijn half infantiele, half roofdierachtige vraatzucht ontnam mij alle eetlust. …
Die Duitsers, ik begreep ze niet. Maar was ik er zelf ook niet één? Zeker dat was ik. … [Maar] Duitsland was mij vreemd, en ik was een vreemdeling in Duitsland nog voordat ik mij er eindelijk van losmaakte, Bij alle bewondering voor de grote daden van de Duitse geest, bij alle sympathie voor bepaalde eigenschappen en mogelijkheden van het Duitse karakter: ik kon geen geestdrift opbrengen voor de natie zoals die zich nu eenmaal had ontwikkeld en, naar het zich liet aanzien, zeker verder zou ontwikkelen. Ik had niet het gevoel dat ik deel uitmaakte van die natie. …
Hadden de vertegenwoordigers van dit nationalisme – de nazi’s en hun vrienden – niet gelijk, als ze een bestaan als het mijne ‘ontworteld’ noemden? Ik had geen wortels, en wilde ze ook niet hebben …”
Klaus Mann: Het keerpunt. (vertaling Willen Van Toorn), Amsterdam: Arbeiderspers 1985 (Engelstalig origineel 1942), p. 296-301
Abb.: John Heartfield: Mit seinen Phrasen will er die Welt vergasen, Arbeiter-Illustrierte Zeitung, 1933, im Internet.
1. Wereldgeschiedenis is meer dan Europese of Westerse geschiedenis.
De slag van Poitiers-Tours wordt minder heroïsch en belangrijk, als men begrijpt dat de Arabieren in dezelfde periode ook met anderen in oorlog waren. Naast de Franken hebben ook de Nubiër’s, de Türgesh, de Chinezen, Khazaren, Chalukyer’s en natuurlijk de Oost-Romeinen de Arabische expansie ergens gestopt. Alleen omdat in navolging van Karel de Grote Franken / Duitsers mits de translatie-idee de titel “Rome” voor zich claimden, zouden we hun denigrerende benoeming “Byzantium” niet gebruiken voor wat voor zichzelf en voor al haar Oostelijke buren altijd “Rome” of “Oost-Rome” bleef heten. Belangrijke sleuteldata van de geschiedenis komen erbij: Zo elektriseerde de Slag bij Tsushima 1905 de hele gekoloniseerde wereld – Aziaten konden Europeanen verslaan! Honderden vrijheidsstrijders van Noord-Afrika tot Vietnam en China gingen in Kyoto antikolonialen strijd bestuderen (Pankaj Mishra 2012: From the Ruins of Empire). Boeiend is ook het aandeel van het Protestantisme aan het ontstaan van het Islamisme (Gellner 1997: Nationalism) en het moderne Buddhisme (Gregory D. Alles 2005 in: Satish Saberwal / Supriya Varma: Traditions in Motion).
2. Het blijft historische wetenschap.
Het gaat over de historische wetenschap. Om de focus te verschuiven, moet men niet het kind met het badwater uitgieten. We moeten belang blijven hechten aan de – misschien voor de eerste keer in de achte eeuw door Djabir ibn Hajan / Geber geformuleerde (zie: Jim Al-Khalili 2010: De bibliotheek van Bagdad) – wetenschappelijke methode in het algemeen en de historische methode in het bijzonder, die in zoverre vandaag bekend, door Ibn Khaldun (1377: Boek der Voorbeelden) is voor het eerst geformuleerd. We zullen wetenschappelijkheid niet vervangen door vrijblijvend anti-wetenschappelijk of esoterisch “Geraune” dat men ook tegenover voorgeefelijk “Europees-Westerse” wetenschappelijkheid niet als “niet-Westerse” alternatief mag aanzien – de Duitse Romantiek wist er ook iets van (Pankaj Mishra 2017: Age of Anger) …
3. Politiek en moraal zijn twee verschillende dingen.
Het kan niet erom gaan een “heroïsche” Westers-centreerde wereldzicht door een even zo Westers-centreerde zelfkastijende wereldzicht te vervangen.
Arabieren en Turken vonden er toen niets bijzonders aan dat er met de kruisvaarders van achter de Oost-Romeinen nog een bijkomende speler veroveringen in “hun” regio wilde doen. Als de kruisvaarders bijvoorbeeld Edessa veroverden, was het net 10 jaar Turks, daarvoor 10 jaar Armeens en nog daarvoor steeds nog Oost-Romeins geweest. De “kruistochten” waren ook geen 200 jaar durende strijd tussen “Christendom” en “Islam”, de allianties gingen er in die tijd bont door elkaar, soms moslims en katholieken samen tegen andere moslims en katholieken (Amin Maalouf 1985: Rovers, christenhonden, vrouwenschenners: de kruistochten in Arabische kronieken).
Op het moment dat de Portugezen begonnen, de West-Afrikaanse kust naar Zuiden te volgen, was Marokko net ermee bezig, Mali te veroveren. Ethiopië, het enige Afrikaanse land dat zich in de jaren 1890 met succes tegen de in Berlijn besliste opdeling van Afrika verweerde, greep de gelegenheid wel, zelf door veroveringen vier keer zo groot te worden. Zijn de Europese veroveringen uit die tijd dan verwerpelijk, maar de Ethiopische niet?
De miserie van grote delen van Afrika is zeker gedeeltelijk steeds nog een uitkomst van de maatschappijen ontwrichtende slavenhandel. Maar die was niet alleen een zaak van Europese kopers, maar evenzo van Arabische kopers en van Afrikaanse verkopers. Als men het precies niet meer alleen Eurocentrisch over moraal wil hebben, zou men die twee moeten mee bedenken, evenzo alles wat Afrikaanse heersers sinds de onafhankelijkheid hun eigen bevolkingen hebben aangedaan (Wole Soyinka 1999: The Burden of Memory – The Muse of Forgiveness).
“Het kolonialisme” had op verschillende momenten en verschillende plekken verschillende gezichten. Het “Portugese wereldrijk” in de 16de eeuw maakte in de eerste plaats India en Centraal-Azië rijk (Peter Frankopan 2015: The Silk Roads). Belangrijk is ook het verschil tussen koloniën met of zonder kolonisten, Soyinka (op.cit.) heeft het over landen mét en landen zonder malariamuggen …
Racisme is niet per definitie een witte aangelegenheid; Frantz Fanon beschrijft Anti-Voltaïsche geweld in de Ivorenkust net na de onafhankelijkheid (1961: De verworpenen der aarde). Racistisch denken en handelen door machtelozen heeft minder erge gevolgen dan door machtigen, maar het blijft racisme. Identitaire politiek is voor niks een oplossing, zijnde het niet dat “Black Life Matters” verhuld, wat Zwarten anderen Zwarten aandoen (Asad Haider 2018: Mistaken Identity. Race and Class in the Age of Trump) …
De hemeltergende situatie in Palestina alleen als moralisch probleem te bekijken, heet belangrijke dingen over het hoofd te zien, bijvoorbeeld de geschiedenis van doelen en strategieën aan Arabische kant (Eqbal Ahmad 2000: Confronting Empire).
4. Focus is focus niet.
De zicht op de wereld openen, Eurocentrisme te vermeiden, kan nu wel ook niet heten dat de Mongoolse veroveringen in China hetzelfde gewicht zouden moeten krijgen dan “In Flanders Fields”. We leven in Brussel, België, Europa. De meeste studenten zullen hun weg in de maatschappij hier moeten vinden. Het doel van geschiedenisonderwijs zou moeten zijn, de wereld om zich heen te begrijpen. Brussel, België, Europa, de wereld te begrijpen, dus zeker de invloed van het Katholicisme op de Belgische maatschappij, zeker de twee wereldoorlogen te behandelen.
Het verschil met wat er vroeger soms gebruikelijk was, is alleen, ten eerste meer aandacht te geven aan de achtergrond van landen / culturen met die we in contact staan, ofwel door internationale gewichtsverschuivingen (China…), ofwel door aanwezigheid in de klas, voor de deur, in de stad (Islam, Marokko, Congo…). Het is belangrijk, het over de Opiumoorlogen te hebben, omdat men anders niet begrijpt, hoe China Europa ziet; het is ook belangrijk, het ontstaan van het Islamisme uit de antikoloniale strijd te begrijpen (Mischra, op cit.). Ten tweede krijgen Europese ontwikkelingen een ander gezicht, als men ze meer in verhouding ziet met wat elders gebeurde (zie de bovenvermelde botsingen van het Arabische Rijk met China etc.).
5. Één vak?
Ik begrijp wel niet, waarom cultuurgeschiedenis en politieke geschiedenis bij jullie twee separate vakken zijn – hoe kan men die twee níét samen zien? En blijft de economische geschiedenis dan helemaal buiten voor? De drie hangen toch altijd en overal samen?
Malte Woydt, Sollicitatieschrijven, 11.7.20
“Je zult mij in elk geval niet horen pleiten voor “het respecteren van culturele verschillen”. Het idee om mensen op te sluiten in hun culturele verschillen vind ik even onaanvaardbaar als gedwongen assimilatie. Ik pleit voor de vrijheid en de mogelijkheid voor iedereen om zijn of haar eigen keuzes te maken. Iedereen moet vrij en sereen kunnen leven zonder dat iemand anders hem of haar een identiteit oplegt of verbiedt. …
… iedereen moet kunnen leven zonder dat hij zijn of haar naam, identiteit, gezicht, kleur of taal moet verbergen. Mensen moeten niet alleen de mogelijkheid hebben de taal te leren van hun nieuwe land, ze moeten evengoed de mogelijkheid hebben de taal van herkomst te behouden, te cultiveren en door te geven aan hun kinderen. …
Ik geloof heel sterk in de kracht van meertaligheid. … Ook een immigrant moet kunnen voelen dat zijn cultuur van herkomst gerespecteerd wordt. … Het is daarom belangrijk dat mensen in het Noorden veel meer de talen van de mensen uit het Zuiden leren. Integratie is geen eenrichtingsverkeer.”
aus: Amin Maalouf: ‘Het Westen wil de wereld beschaven én domineren. Dat is onmogelijk’. Interview mit Gie Goris, Mo, 30 september 2009, im Internet.
Abb.: Zoha Zafar Malik: Kaka, im Internet.
04/20
“Het Westen zit voortdurend gevangen tussen twee volkomen tegengestelde ambities. Men wil de rest van de wereld “beschaven” en tegelijk domineren. Dat zijn twee zaken die onmogelijk te combineren vallen. Wie de ander meer waardigheid, vorming en vrijheid wil geven, loopt het risico dat die ander zich niet langer zal laten onderwerpen. De opdeling tussen westerlingen die in welvaart leven en inheemsen die moeten overleven zonder zelfs de noodzakelijkste minima, is niet verenigbaar met de westerse waarden. En dus worden die waarden opzijgeschoven. Met alle langetermijngevolgen van dien.”
aus: Amin Maalouf: ‘Het Westen wil de wereld beschaven én domineren. Dat is onmogelijk’. Interview mit Gie Goris, Mo, 30 september 2009, im Internet.
04/20