“Door een aantal verklaringen van UNESCO en andere internationale instellingen is er een doctrine ontstaan over het eigenaarschap van vele vormen van cultureel eigendom. Die komt er kort gezegd erop neer dat cultureel … [erfgoed] wordt beschouwd als het eigendom van haar cultuur. …
Het cultureel erfgoed van Noorwegen is niet alleen Noorwegens bijdrage aan de menselijke cultuur … – het is eerder alle kunstvoorwerpen die door Noren zijn gemaakt, waarbij de Noren worden opgevat als een historisch constant volk; en hoewel de rest van ons Noorwegens erfgoed mag bewonderen, blijft het hun toebehoren. …
De Grieken eisen de friezen van het Partenon op, die niet door Griekenland zijn gemaakt – dat was nog geen staat toen ze werden gemaakt – maar door Athene … Een groot deel van wat mensen als ‘cultureel erfgoed’ willen beschermen is gemaakt voordat het moderne systeem van naties ontstond, door leden van samenlevingen die niet meer bestaan. … Er is … geen reden om aan te nemen dat de Nok geen afstammelingen hebben. Maar als de Nokbeschaving aan haar einde kwam en haar volk iets anders werd, waarom zouden die afstammelingen dan een speciaal recht hebben op de voorwerpen die in bossen begraven liggen, sinds lang vergeten? …
Volkeren beleven en waarderen kunst niet, dat doen mannen en vrouwen. Zodra je dat inziet, is er geen reden waarom eens Spaans museum geen Noorse drinkbeker mag bewaren, zolang het die legaal heeft verworven, laten we aannemen op een veiling in Dublin, na de berging van een Vikingwrak voor de kust van Ierland. … Hebben de Spanjaarden niet het recht om Vikingvakmanschap te ervaren? Er is tenslotte al een vreselijke hoeveelheid Vikingwaar in Noorwegen. …
Als de UNESCO evenveel tijd had besteed om het mogelijk te maken dat grote kunst Mali in kan komen als het heeft besteed aan het voorkomen dat grote kunst Mali verlaat, dan zou de interesse die de Malinezen, net als alle mensen, hebben in een kosmopolitische esthetische ervaring beter zijn gediend. …
Het probleem zat al in het voorwoord van de Haagse Conventie uit 1954 … ‘… elk volk levert een bijdrage aan de cultuur van de wereld’. Dat klinkt alsof elke keer dat iemand een bijdrage levert, zijn of haar ‘volk’ eveneens een bijdrage levert. … Ik weet dat Michelangelo een bijdrage heeft geleverd aan de cultuur van de wereld … maar welk volk heeft die bijdrage precies geleverd? …
Merk op wat er gebeurt zodra we van tastbare kunstvoorwerpen overstappen naar intellectueel eigendom. Niet alleen een bepaald voorwerp, maar elk reproduceerbaar beeld daarvan moet worden beheerd op basis van wiens erfgoed het is. We zien ons in theorie verplicht om ideeën en ervaringen te repatriëren. …
De wetten richten zich maar al te vaak te bekrompen op de belangen van de eigenaars, vaak grote bedrijven, terwijl de belangen van de consumenten – van het publiek, lezers, kijkers en luisteraars – uit het zicht verdwijnen. Uiteindelijk leidt het spreken over cultureel erfgoed tot het omhelzen van een zeer strenge leer over eigendomsrechten, eigendomsfundamentalisme … – Het ideaal is dat van een cultureel landschap dat vanzelfsprekend bestaat uit Disney Inc. en de Coca-Cola Company, maar ook uit Asante Inc., Navajo Inc., Maori Inc., Noorwegen Inc. Alle rechten voorbehouden. …
De bewering van het British Museum dat het een opslagplaats is voor het erfgoed van niet alleen Engeland maar van de wereld, lijkt me helemaal terecht. Maar een deel van de verplichting zal zijn om die collectie algemener beschikbaar te maken …
Ik wil niet elk voorwerp ‘naar huis’ terugsturen. Veel van de Asantekunst die zich nu in Europa, Amerika en Japan bevindt, is verkocht of weggegeven door mensen die het recht [ertoe] hadden. … Enkel het feit dat iets wat je bezit belangrijk is voor de afstammelingen van de mensen die het hebben weggegeven geeft ze nog geen eigendomsrecht daarop. (En er is nog veel minder reden om het aan mensen terug te geven die het niet willen hebben, alleen omdat een commissie in Parijs het tot hun erfgoed heeft verklaard.) … De duidelijkste gevallen waarin repatriëring voor de hand ligt gaan om voorwerpen die zijn gestolen van mensen van wie we vaak de namen kennen – mensen van wie de erfgenamen, zoals de koning van Asante, ze terug zouden willen hebben. …
De band die mensen voelen met culturele voorwerpen die symbolisch van hen zijn, omdat ze zijn geproduceerd in een betekeniswereld die hun voorvaderen hebben gecreëerd – de band met kunst via identiteit – is heel sterk. Die moet erkend worden. Maar de kosmopoliet wil ons ook aan andere banden herinneren. … We kunnen op kunst reageren die niet van ons is; sterker, we kunnen alleen volledig op ‘onze’ kunst reageren wanneer we niet stoppen bij het idee dat het van ons is, maar het ook gaan beschouwen als kunst. …”
aus: Kwame Anthony Appiah: Kosmopolitisme. Ethiek in een wereld van vreemden. Amsterdam: Bert Bakker 2007 (engl. Orig.-Ausg. 2006), S. 134-153.
08/17