“Vaak denk ik dat onze ouders en grootouders, toen ze zagen hoe het verstedelijkte Amerika ons met zijn verlokkingen trachtte in te palmen, zich ongetwijfeld moeten hebben afgevraagd of ze er wel verstandig aan hadden gedaan hun land te verlaten, ook was het nog zo troosteloos en onderdrukkend geweest. Wie zijn kind verliest aan een onbekende cultuur gaat een leven lang gebukt onder een smartelijk lijden.
Op mijn zwerftochten door deze verstedelijkte wereld uit mijn jonge jaren, kwam ik overal de paraplubeschaving tegen waarin wij allen heden ten dage leven, de cultuur die we het westers seculiere humanisme noemen. Zij is westers, omdat zij vrijwel alleen aan deze zijde van de planeet bestaat: de oostelijke kant vaart een geheel eigen koers. Zij is seculier, omdat er fundamenteel geen beroep wordt gedaan op het goddelijke; er wordt vanuit gegaan dat de mens het op eigen kracht moet zien te redden … En het is een humanistische cultuur vanwege de opvattingen omtrent het individu, het zelf, niet als lid van een gemeenschap, maar als een op zichzelf staande entiteit …
Ik kwam veel van de culturen tegen die onder deze paraplubeschaving hun plaats hadden … Ik zag hoe elk van deze subculturen op gespannen voet stond met de andere, maar ook met de paraplubeschaving als een beschermende overkoepeling die alle subculturen in bedwang houdt en voorkomt dat een van hen zo machtig wordt dat ze een bedreiging gaat vormen voor het voortbestaan van de andere. Deze paraplu is ragfijn en teer. Wanneer hij niet functioneert – en dat doet hij te vaak – ontstaan straatrellen …
In de Amerikaanse stadsbibliotheken heb ik geleerd dat een cultuur op een voor ons nog steeds mysterieuze wijze ontstaat, wanneer soortgenoten van ons op de een of andere wijze een groep vormen … en hun eigen unieke antwoord geven op de … vier-uur-in-de-ochtend-vragen die ons soms midden in de nacht met een schok doen ontwaken. We liggen in het donker te luisteren naar de vragen die om ons heen zoemen. Waar gaat het allemaal écht om? Heeft wat ik ook doe ook maar enige betekenis? Hoe kan ik ooit de hoop koesteren, het ontzagwekkende universum waarin ik leef te doorgronden? Ik begrijp mezelf niet eens, hoe kan ik dan een ander menselijk wezen begrijpen? … Culturen leveren solide antwoorden op deze vragen. …
Vaak botsen verschillende reeksen antwoorden … Deze botsing roept vragen op en brengt spanning teweeg: Waarom zijn mijn antwoorden beter dan die van een andere cultuur? …
Toen ik opgroeide leerde ik dat culturele confrontaties gedurende de vijfduizend jaar, waarin we ons spoor terug middels geschriften kunnen volgen, een van de ononderbroken processen binnen onze soort is. Nu is dat proces in het westen de confrontatie tussen de paraplu en de subculturen. De opeenvolging van confrontaties is deze eeuw toegenomen. De cultuur-snelwegen staan helemaal open. Het verkeer is druk, in het bijzonder in de steden. Het andere woord voor ‘beschaving’, ‘civilisatie’ … stamt van het Latijnse civitas, wat stad of stad-staat betekent. …
Als je …, in de jaren van toenemende loyaliteit jegens je eigen verleden, kennis hebt gemaakt met de moderne literatuur, dan ontdek je …, dat je het slagveld voor een zeer bepaalde culturele confrontatie bent geworden. Ik noem dit de essentiële confrontatie, de culturele kernconfrontatie. Vanuit het hart van je eigen subcultuur, opgeleid op haar beste scholen, in staat door haar denksystemen te manoeuvreren, door haar taal, haar visie op de wereld, ben je met de literatuur in aanraking gekomen, een kernelement van de paraplubeschaving waarin we nu allen leven. Literatuur is een essentiële inspanning van de westerse, seculiere mens, het is een van de manieren waarop de westerse, seculiere mens vorm geeft aan zijn ervaringen … In de geschiedenis van onze soort hebben culturele kernconfrontaties dikwijls creatieve explosies tot gevolg gehad. … De ene cultuur [zet] de andere aan …tot een nieuwe, oorspronkelijke creativiteit. …
Je kunt [ook] opgegroeid zijn aan de rand, de periferie van je subcultuur, en het rijke haart van het westerse seculiere humanisme betreden – laten we zeggen, door naar de universiteit te gaan, de fabriek van westerse seculiere beschaving. Dan maak je een culturele periferie-tot-kern-confrontatie door. Saul Bellows Herzog … ervaart de crisis van onze wereld en zijn leven via zijn perifere, maar roerende verbondenheid met zijn subcultuur, zijn herinneringen uit een etnisch verleden.
Je kunt [ten derde] in de periferie van je subcultuur opgroeien en alleen de randverschillen van de westerse beschaving ervaren. Dat is een culturele periferie-tot-periferie-confrontatie. De vroege verhalen van Philip Roth doen verslag van dit soort culturele botsingen. Dit soort culturele confrontaties geeft vrijwel steeds aanleiding tot culturele aberraties, gênante misverstanden en bizarre mengelingen.
In het hart van een cultuur staat haar wereldbeeld, haar literatuur, beeldende kunst en muziek, haar specifieke ideeën over de wereld. Hoe moeilijker het wordt een vreemde cultuur binnen te treden, des te dichter raak je aan haar kern. Randverschijnselen van een cultuur – de taal op straat, het eten, de kleding, haar populaire muziek, het bijgeloof – zijn vrijwel steeds de elementen die het gemakkelijkst zijn te begrijpen, na te botsen, op te nemen. …
Ik heb ervoor gekozen, kernconfrontaties te beschrijven, want dat is de wereld die ik het beste ken. Wat gebeurt er wanneer je in jezelf twee zaken verenigd, waar je je uitermate sterk bij betrokken voelt en die je zeer na aan het hart liggen – een uit je subcultuur, de andere uit de paraplucultuur – en die volledig met elkaar in tegenspraak zijn?”
aus: Chaim Potok: Culturele confrontaties in Amerikaanse steden: de bron van mijn schrijverschap. [US-Amer. Orig. 1981] In: ders.: Het cijfer zeven. Verhalen. ‘s-Gravenhage: BZZTôH 1990, S.14-21
Abb.: Gisela Schmidt: Koptuch, ursprünglich im Internet.
08/16