Italiaanse keuken
“… de hedendaagse Italiaan [zou] zijn eigen middeleeuwse keuken nauwelijks herkennen. Alle recepturen uit die tijd getuigen immers van een behoorlijk gigantisch gebruik van exotische kruiden. … Kruiden waren … een uitdrukking van rijkdom en sociale status. En hoe exotischer, hoe beter. Kardemom, koriander, saffraan, nootmuskaat, rode, witte en zwarte pepers, kurkuma, galanga- en gemberwortel hadden geen geheimen voor de middeleeuwse kok en de smaak van zijn bereidingen zal vandaag beter benaderd worden door de afhaalindier dan door de pizzeria. Als ze er al pasta bij aten, dan schreven de kookboeken voor dat die minstens één tot twee uren lang gekookt moest worden. Ook al dente is duidelijk een begrip van onze tijd. …”
“Pas in de achttiende eeuw zal pasta als volksvoedsel doorbreken. … Pas een kleine eeuw later komt de pizza erbij. … Pizza [had] destijds de reputatie van een broodje cholera. Geen enkel lid van de gegoede klasse … zou het aangeraakt hebben.”
“Jaloezie, boosheid en ambitie … [dreef de Italiaanse emigranten in Amerika] ertoe … zo snel mogelijk hun nieuw verworven inkomen te besteden aan datgene wat ze zich in hun thuisland nooit hadden kunnen veroorloven: de betere Italiaanse producten. …”
“Pas vanaf … [de late jaren vijftig] kwam … de urbanisatie van de eetcultuur op het [Italiaanse] platteland van de grond en werd voor het eerst in de geschiedenis de polenta van het basismenu geschrapt …”
aus: Yves Desmet: De mythes van de Italiaanse eetcultuur, über das Buch: John Dickie: Delizia!, de geschiedenis van de Italianen en hun keuken, De Morgen, 4.6.8.
09/08