sponsachtig
“Hij [Herodotos] hoort ongetwijfeld tot de kletsmeiers die op toehoorders jagen – ze moeten die hebben, anders verpieteren ze, ze kunnen niet zonder hen leven. Ze zijn een soort onvermoeibare en altijd opgewonden intermediairs: ze zien ergens iets, ze horen wat en moeten dat meteen aan de anderen doorgeven, ze kunnen het geen moment voor zich houden. Hierin zien ze hun missie, dat is hun passie. Erheen gaan, ernaartoe rijden, kennis ervan nemen en het meteen ook wereldkundig maken!
Zulke fanatiekelingen worden echter niet vaak geboren. Een doorsneemens is niet bijzonder geïnteresseerd in de wereld. Tja, hij leeft, dat is alles, en op een of andere manier moet hij dat zien klaar te spelen, hoe minder inspanning het kost des te beter. Terwijl verkennen van de wereld juist uitgaat van een grote inspanning die de mens geheel in beslag neemt. De meeste mensen ontwikkelen eerder tegenovergestelde vaardigheden, zoals: wel kijken maar niet zien, wel luisteren maar niet horen. Dus als er ooit zo iemand als Herodotos verschijnt, iemand die bezeten is van begeerte, gekte, een manie tot vergaren van kennis, die daarbij ook nog begiftigt is met wijsheid en schrijverstalent, dan maakt zo’n feit meteen deel uit van de wereldgeschiedenis!
Zulke individuen hebben één ding gemeen: ze zijn als onverzadigbare holtedieren, sponsachtige structuren die alles makkelijk absorberen en net zo makkelijk ook weer loslaten. Zelf houden ze niets lange tijd vast, en omdat de natuur het vacuum niet verdraagt, hebben ze altijd behoefte aan iets nieuws, ze moeten blijven absorberen, aanvullen, vermenigvuldigen, vergroten. Het brein van Herodotos kan zich niet beperken tot één gebeurtenis of één land. Er is iets dat hem blijft voortdringen, opjagen. Datgene wat hij vandaag heeft ontdekt, zal hem morgen niet meer boeien, hij moet alweer naar elders gaan, hij moet verder.”
aus: Ryszard Kapuściński: Reizen met Herodotos, Amsterdam/Antwerpen: Arbeiderspers 2005 [poln. Orig.-Ausg. 2004], S.256/257
09/11