Provincialisme van de tijd
“Ik vreesde dat ik in de val van het provincialisme zou kunnen belanden. het begrip provincialisme relateren we gewoonlijk aan ruimte. Iemand wiens denken zich beperkt tot een marginale ruimte waaraan hij een te grote, universele betekenis toeschrijft, is provinciaals. T.S. Eliot waarschuwt echter voor een ander soort provincialisme – niet met betrekking tot ruimte maar tot tijd. ‘In ons tijdperk,’ schreef hij in zijn uit 1944 daterende essay gewijd aan Vergilius – ‘als mensen meer dan ooit geneigd zijn wijsheid met kennis en kennis met informatie te verwarren, en wanneer ze levensproblemen met behulp van de techniek trachten op te lossen, ontstaat er een nieuwe variant van het provincialisme dat zonder twijfel om een andere naam vraagt. Het is geen provincialisme van de ruimte maar een provincialisme van de tijd; voor deze variant is de geschiedenis slechts een kroniek van menselijke uitvindingen die na hun diensttijd op de vuilnisbelt belandden; voor hem is de wereld het exclusieve eigendom van de levenden waar overledenen geen aandeel in hebben. Dat soort provincialisme brengt het gevaar met zich mee, dat wij allemaal, alle volkeren van onze planeet, provinciaal kunnen worden en dat diegenigen die dat niet bevalt slechts kluizenaars kunnen worden.”
aus: Ryszard Kapuściński: Reizen met Herodotos. Amsterdam/Antwerpen: Het Parool 2005 (poln.Ausg. 2004), S.261
09/11