Belg worden
“Onlangs … vroeg een wat oudere Hollandse heer van het liberale type mij waarom ik nu eigenlijk Vlaming was geworden. … zijn vraag liet me niet los. Om te beginnen realiseerde ik me dat ze verkeerd was gesteld. Want wat is het Vlaamse van de Vlaming anders dan een kwestie van natuur, familie, worteling, provincie, dialect … ik kan dus onmogelijk Vlaming worden.
Het Belgische van de Belg daarentegen, zijn ‘belgitude’, is een kwestie van cultuur, levenswijze, vriendschap, urbaniteit, Nederlands en Frans – en voor die cultuur heb ik gekozen. Ik ben dus om zo te zeggen Belg geworden. Hoe… ongebruikelijk! En waarom in hemelsnaam?
… Nederland … heeft in de loop van vier eeuwen een democratie … ontwikkeld, die berust op een fundamentele tevredenheid van het Nederlandse volk met zichzelf, en voorts op de bereidheid van de enkeling om zijn individualiteit tot op zekere hoogte ondergeschikt te maken aan de gemeenschap, de staat, het superego, de ogen van de buurvrouw, de sussende folders van de overheid. … Als zoön politikon, als politiek dier, doet de Nederlander trouwens wel aan het voor hem gefokte rundvee denken. Vergelijk hem met de Belg, het opportunisme van de Belg, de radicale onverschilligheid van de Belg voor zijn overheid … De Belg heeft eerder iets van het varken: een intelligent dier, met een ongunstige reputatie, die het niet verdient. Aards. Altijd op zijn hoede voor de slager, aan wie hij zoveel van zijn voorouders verloren heeft. …
Bij God en in België is alles mogelijk, zegt een Belgisch adagium.
De belgitude heeft dan ook een vrolijk, epicurisch, zacht-cynisch karakter, dat voor buitenstaanders evenwel verborgen blijft achter rolluiken, bureaucratie, vormelijkheid, distantie – de gezichtseinder van buitenstaanders in België valt gewoonlijk samen met de rand van hun restauranttafel. Die onbegrijpelijkheid van de belgitude voor oningewijden draagt omgekeerd weer bij tot de levensvreugde van de Belgische Belg, voor wie het Belg-zijn ook een strategische kant heeft: hoe minder de anderen van België begrijpen, hoe beter. In die zin is de belgitude zijn methode om onder te duiken in de geschiedenis. …
Wat de belgitude met het dadaïsme gemeen heeft, is he ontregelen van de normale betrekking tussen een gedachte en haar uitdrukking – een kunstzinnig procédé dat in de Belgische politiek zijn grootste verfijning heeft bereikt. … In België uitgesproken of opgeschreven zinnen betekenen dikwijls absoluut niet wat men zou menen, want de Belgen hebben zich gedurende generaties geoefend in de overdrijving, de boutade, de paradox. … De aldus op velerlei manieren gezaaide verwarring amuseert de Belgen niet alleen, maar past ook perfect in de overlevingsstrategie van de belgitude, die ons in haar eerste leerstuk voorhoudt dat België ook bezet is als het niet bezet is, namelijk door België zelf. …
Nergens anders in Europa bestaat er een zo gezonde mengeling van kosmopolitisme en provincialisme. … het naakte bestaan van België in het Europa van Bosnië [is] een bewijs van beschaving …
Ik persoonlijk heb mij zelfs nooit laten naturaliseren, wat voor zoiets dadaïstisch en onvatbaars als de belgitude natuurlijk ook volkomen onbelangrijk is …”
Benno Barnard: Door God bij Europa verwerkt. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 1996, S.195-199.
12/02