Actievelingen
“Deelname aan inspraak en besluitvorming blijft … beperkt tot een relatief kleine participatie-elite. … [We kampen met] … een toenemende scheiding tussen relatief welvarende, hoger opgeleide mensen die de overheid blijven vertrouwen en een groep minder welvarende, minder opgeleide burgers die het vertrouwen beginnen te verliezen …
Gekeken naar … [hoe] burgers … [denken over] de publieke zaak … troffen we drie manieren van redeneren: …”
- ‘neorepublikeinen‘ houden vooral van ‘praten‘,
- ‘emancipatiecommunautaristen‘ houden vooral van ‘doen‘,
- ‘lijdelijke liberalen‘ willen vooral met rust gelaten worden.
Neorepublikeinen “leggen in de manier waarop ze over de verschillende maatschappelijke dilemma’s praten drie cruciale kenmerken aan de dag; (1) dialoog om te begrijpen … (2) verdraagsaamheid ten aanzien van verschillen … (3) verantwoordelijkheid voor de maatschappij als geheel …”
Ze “zien regelmatig mogelijkheden tot actie, veelal via gesprek. Ze vinden ook vaak dat actie nodig is, want ze signaleren veel onrecht. Tegelijkertijd identificeren ze zich niet makkelijk met anderen; daarvoor praten ze te afstandelijk, te bedachtzaam en te breedvoerig en te weinig gepassioneerd. …
Zelf weten ze prima hoe je via dialoog een pluriforme samenleving leefbaar kunt maken, maar het probleem is dat anderen dat niet zo erg zien.” “De meesten [van hun] zijn [dan ook zelf] … beleidsmakers” …
“Emancipatiecommunautaristen [gaat het] meer om ‘de ander’ en minder om een relatief abstracte noodzaak om ‘iets’ te doen. … Ze geven veel om hun buurt en hun eigen lokale of etnische gemeenschap, maar niet of nauwelijks om een abstracte ‘publieke’ gemeenschap” … “Voor … [hun] geldt dat het hun straat, hun buurt is, en dat je het recht verspeelt om een volgende keer zelf ergens over te klagen als je niet aanwezig bent bij dergelijke inspraakavonden. Je moet wat doen, zodat anderen wat voor jou doen. Tegerlijkertijd is hier de ergernis vele malen groter, over de vele bijeenkomsten waarmee niets gedaan is …”
De [twee soorten] ‘welwillenden’ [zitten] soms wel erg dicht op de overheid … Actieve burgers … steunen … pleidooien voor ‘meer burgerschap’, ze zijn er immers goed in. … Actief burgerschap [wordt] nog steeds vooral … bepaald door opleidingsniveau, leeftijd en de mogelijkheden die burgers … zien om eventuele kritische energie om te zetten in daden …”
aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 29-186 [auch im Internet]
Abb.: Sister Corita: Only you and I, part 1 and 2, 1969, Teil 1 im Internet, Teil 2 im Internet.
11/16