Individualisering 2
“Zijn we door individualisering egocentrischer en egoïstischer geworden, waardoor onze gemeenschap is opgelost in particuliere opvattingen en ambities? Het is een robuste overtuiging van het maatschappelijk debat …
Meestal is [wel] niet precies duidelijk wat met ‘individualisering’ bedoelt wordt: of mensen zich te weinig van elkaar aantrekken of dat mensen te veel van elkaar verschillen wordt lang niet altijd gespecifieerd. De vraag is: ‘individualisering van wat?’
Gaat het
(1) om individualisering van belangen … zoals zorgen over egoïsme en gebrek aan solidariteit vaak lijken uit te drukken? …
(2) om individualisering van banden … zoals uitgedrukt in de zorg over … afnemend verenigingsleven en afnemend gezinsleven? …
(3) om … [individualisering van levensstijlen] … [?]
(4) [om] individualisering van keuzen. Burgers zijn meer zelf verantwoordelijk, of moeten dat zijn … [?]
“Bij individualisering van belangen en levensstijlen .. is het probleem vooral dat de veronderstelde individualisering onwillige burgers [zou scheppen]. … Het politieke verlangen om … een ‘nieuw wij’ te scheppen is meestal terug te voeren op deze probleemdiagnose. … De andere twee interpretaties van individualisering – van banden en keuzen – veronderstellen daarentegen dat burgers niet zozeer onwillig als wel onmachtig, onkundig en onbeholpen [zouden] zijn. … Mensen [zouden] … gebukt [gaan] onder de zware verantwoordelijkheid die deze individualisering met zich meebrengt. …”
“De vierde interpretatie betreft individualisering van keuzen. Terwijl het hiervoor ging over de vraag of mensen meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen, gaat het hier vooral om de empirische discussie of mensen meer eigen verantwoordelijkheid hebben gekregen. … Zelf opdraaien voor vergissingen of fouten in je levensloop die goedbeschouwd het gevolg zijn van de manier waarop de samenleving georganiseerd is … verantwoordelijk voor ons eigen geluk: wat worden we daar ongelukkig van. … Een helse klus, dit zelfgebrouwde leven … wat het nog erger maakt, is dat we ons helemaal geen architecten van ons eigen leven voélen.”
“Empirisch onderzoek geeft … aan dat … individualisering [van levensstijlen] zich nauwelijks voortdoet. Mensen maken van zichzelf geen uniek exemplaar met een geheel eigen levensstijl. … Op basis van leeftijd en inkomen valt tegenwoordig beter te voorspellen wat huwelijksgedrag, stemgedrag en loopbaan zullen zijn en niet … slechter dan vroeger. …” [Na onderzoek over Nederlandse burgerinitiatieven] bleek onder de deelnemers en initiatiefnemers van … [deze initiatieven] geen sprake [van individualisering van belangen], en individualisering van keuzen deed zich ook beperkt voor: in hun keuze voor onderwerpen maakten ze overwegend traditionele keuzen en ze sloten zich gemakkelijk aan bij wat de overheid van hen verlangt.” [En natuurlijk is] bij deze burgerinitiatieven … reeds sprake van banden; de deelnemers zijn niet geïndividualiseerd in de zin dat ze geen banden smeden.”
“‘Ieder intelligent mens weet dat de verborgen zwakten van onze door zakelijke individuen bepaalde maatschappij nu aan de oppervlakte treden’ [schreef Sorokin 1957] … Dat dit meer dan vijftig jaar geleden geschreven werd en de maatschappij toen toch niet bezweek, doet aan de kracht van het argument weinig af … Politici en burgers geloven er zelf sterk in …”
aus: Menno Hurenkamp / Evelien Tonkens: De onbeholpen samenleving. Burgerschap aan het begin van de 21e eeuw, Amsterdam: Amsterdam University Press 2011, S. 97-124, 26 [auch im Internet]
Abb.: Calvin and Hobbes, Quelle unbekannt, Dank an Fanny.
11/16